Benodigdheden:

Dunne deegroller, zeef of koskino

Pitadeeg

Dit is de basis voor een pita. Met pita bedoel ik de hartige taart die je met heel veel verschillende soorten vullingen vindt. Denk aan spanakopita (hartige taart met spinazie), kolokithopita (hartige taart met courgette) of kotopita (hartige taart met kip). Je kunt het eigenlijk zo gek niet bedenken en je vindt er wel een pita van.
Dit is niet het recept voor pitabroodjes. Het recept voor pitabroodjes vind je hier.

Voor het maken van het pitadeeg heb je een Griekse deegroller nodig. Deze is veel dunner dan de deegroller die we in Nederland kennen. Je hebt echt een dunne nodig, omdat je anders het deeg niet zo dun kunt maken.
Deze dunne deegroller vind je ook vaak in Turkse supermarkten.

Voor de verschillende vullingen voor de pita, bekijk de recepten in de categorie deegrecepten.

Hier leg ik je stap voor stap uit hoe je het deeg maakt.

manouri

Ingrediënten

  • 500 gram bloem
  • 2 theelepels zout
  • 3 eetlepels Olijfolie
  • 2 eetlepels witte wijnazijn
  • 250 ml water

Bereiding

  1. In een grote kom of teil zeef je de bloem door een zeef of een koskino.
  2. Voeg het zout toe en roer het zout door het bloem heen.
  3. In het midden van de bloem maak je een kuiltje.
  4. In het kuiltje gaat de olijfolie, het azijn en 250 ml warm water.
  5. Kneed alles goed door elkaar. Dit kun je het beste doen door eerst beetje bij beetje de bloem van de buitenkant naar het midden te trekken.
  6. Kneed het deeg een aantal minuten goed tot een mooie bal.
  7. Verdeel vervolgens de bal in balletjes van ongeveer 200 gram.
  8. Bebloem de kom en leg de balletjes daarin.
  9. Laat het deeg minimaal een half uur rusten.
  10. Ondertussen kun je je vulling maken voor je pita.
  11. Na de rusttijd druk je een balletje plat.
  12. Strooi er een beetje bloem overheen.
  13. Pak het tweede balletje, druk deze ook plat en leg deze op de eerste.
  14. Strooi hier ook een beetje bloem over heen.
  15. Herhaal dit met al je deegballetjes.
  16. Als je alle balletjes plat gedrukt hebt, draai je de toren om en pak je het eerste stuk deeg.
  17. Strooi over je keukenblad een beetje bloem.
  18. Rol je deeg het tot een dun vel.
  19. Dit doe je door eerst een paar keer voorzichtig met je stok over het deeg te rollen.

20. Vervolgens strooi je een beetje bloem over het deeg.

21. Leg je stok op 2/3 van het deeg en rol dan voorzichtig een beetje heen en weer met de stok. Ondertussen schuif je voorzichtig met je linkerhand naar links en met je rechterhand naar rechts.

22. Herhaal dit op verschillende punten. Het is belangrijk dat je niet te hard drukt, en je genoeg bloem eroverheen strooit zodat je deeg niet aan elkaar blijft plakken of aan je blad.

23. Als je vel dun is geworden is deze klaar en kun je hetzelfde doen met de andere deeballetjes.

Καλή όρεξη!

Copy link
Powered by Social Snap