Lachanodolmades met avgolemono

Bereiding

1. Snijd het hart uit de witte kool.
2. Stop de kool in een grote pan met kokend water en laat deze een half uur koken.
3. Na een half uur kun je voorzichtig de blaadjes los trekken met een vork.
4. De blaadjes moeten zachter zijn dan rauw maar niet helemaal doorgekookt want ze moeten nog met de vulling koken.
5. Laat de blaadjes afkoelen.
6. Het water waar de kool in gekookt is houd je even apart.
7. In een blender maal je de ui met de dille, peterselie en bladpeterselie fijn.
8. Deze doe je in een kom samen met de rijst, het gehakt, zout, peper, oregano, drie eetlepels olijfolie.
9. De lenteuitjes snijd je fijn en doe je er ook bij. Alles goed mengen.

 

1. De grote pan waar de kool in gekookt is, daar bedek je de bodem met twee laagjes koolbladeren. Gebruik daarvoor de blaadjes die je niet kunt gebruiken voor de rolletjes zoals de gescheurde bladeren en de binnenste bladeren van de kool.
2. Als de koolbladeren wat zijn afgekoeld snijd je het onderste stuk van de nerf weg zodat je de blaadjes makkelijker kunt rollen.
3. Je legt een koolblad op de werkbank en legt op 1/3 van het koolblad een eetlepel vulling. Vervolgens vouw je de buitenste randen naar binnen toe, over de vulling heen en je maakt een rolletje. Dit doe je tot je bladeren op zijn of je vulling.

 

1. Je legt alle rolletjes strak tegen elkaar aan in de pan tot heel de bodem bedekt is. Strooi een beetje zout en peper over de rolletjes heen. Maak vervolgens een tweede laag en bestrooi ook deze met zout en peper.
2. Op de laag lachanodolmades leg je op zijn kop een bord. Dit doe je zodat de rolletjes niet naar boven komen drijven maar netjes op hun plek blijven liggen.
3. Als laatste giet je een deel van het water waar de kool in heeft gekookt in de pan. Als je het water boven het bord ziet, zit er genoeg water in de pan.
4. Laat de rolletjes een 40 minuten koken. Als het water gaat koken, zet je het vuur zacht.

 

1. Als de rolletjes klaar zijn kunnen we de saus maken.
2. Haal het bord van de rolletjes en haal er een paar uit zodat je water voor de saus kunt pakken.
3. In een kom meng je het eigeel van twee eieren, een beetje zout, het sap van twee citroenen en de maïzena.
4. Zorg ervoor dat de maïzena goed opgelost is en er geen klontjes zijn.
5. Pak een flinke soeplepel (warm) water uit de pan en giet deze door de saus. Goed met een vork of garde mengen.
6. Leg de rolletjes die je eerder uit de pan hebt gehaald terug in de pan.
7. Giet vervolgens de saus over de rolletjes en schud de pannetjes een paar keer voorzichtig op en neer zodat de saus overal kan komen.
8. Als de saus kookt, is de saus klaar. Laat de pan met de rolletjes en saus een kwartier rusten.

Leg de rolletjes op een bord en giet er een beetje saus over heen.

Καλή όρεξη!